
Wacht niet tot het systeem beweegt, maar breng het zelf in beweging
Elke dag draait voor mij om werken aan inclusief onderwijs. Dat betekent voor mij: passend onderwijs bieden waarin iedere jongere zich gezien voelt en zich kan ontwikkelen, zoveel als mogelijk ook thuisnabij. Als bestuurder doe ik dat samen met onze schooldirecteuren en netwerkpartners.
Mijn rol is veelzijdig. Ik geef richting, neem besluiten, vertegenwoordig onze organisatie en draag onze koers uit. Ik zie mijzelf ook als verbinder, iemand die bruggen slaat tussen onderwijs, jeugdhulp, gemeenten en andere netwerkpartners: samen moeten en kunnen wij het verschil maken.
Nieuwe verbindingen maken
Inclusiever onderwijs vraagt vooral om samenwerking voorbij de grenzen van de eigen organisatie. Uiteindelijk gaat het er niet om wat ‘het systeem’ kan dragen, maar wat een jóngere nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen, in verbinding met zijn of haar leefwereld.
Zo werken we nu volop aan de af- en ombouw van gesloten en grootschalige voorzieningen en de opbouw van regionale, kleinschaligere en minder vrijheidsbeperkende vormen van ondersteuning. Dit vraagt van alle betrokken partners dat we nieuwe verbindingen maken en alternatieven organiseren die jongeren helpen om in hun eigen omgeving de juiste hulp en passend onderwijs te krijgen.
Nieuwe wetgeving
Hopelijk ondersteunt nieuwe wetgeving ons hierbij. Op 1 januari gaat de nieuwe Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg in. Deze wet verplicht gemeenten tot regionale samenwerking voor de inkoop van (hoog)specialistische jeugdhulp en legt ook vast welke zorgvormen minimaal gezamenlijk moeten worden georganiseerd.
Daarnaast krijgt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een toezichthoudende rol in de jeugdzorg. De wet moet bijdragen aan betere beschikbaarheid, transparantie en kwaliteit van zorg. Dit raakt direct aan onze ambitie om onderwijs en ondersteuning beter op elkaar af te stemmen.
Niet wachten op ‘het systeem’
Nieuwe wetgeving kan ondersteunen. Maar toch werk ik vanuit de overtuiging dat we niet moeten wachten tot het systeem beweegt. We moeten dat zelf in beweging brengen. Jongeren bieden wat zij nodig hebben, gaat niet om structuren of regels, maar om de ruimte die we daarbinnen weten te vinden.
Juist ín de bestaande systemen en stelsels moeten we creatief en adaptief zijn. Dat vraagt visie, doorzettingsvermogen, bestuurlijke rust en het vermogen om samen met anderen steeds opnieuw te zoeken naar wat wél kan.
Het kán (ik zie het gebeuren)
Op verschillende plekken in het land zetten we vanuit deze mindset mooie stappen met onze netwerkpartners. In Midden-Limburg vinden onderwijs, gemeenten, jeugdhulp en welzijnsorganisaties elkaar bijvoorbeeld in de MaatwerkAlliantie. Eerst een jongere helpen staat voorop. Het ontwikkelperspectief is hier steeds meer écht leidend in de praktijk en niet de wet- en regelgeving die het systeem soms beperkt.
Ook op verschillende projectlocaties van de Wijnberg durven we out-of-the-box samen te werken als onderwijs, begeleiding en behandeling. Zo weten we veel jongeren weer perspectief te bieden op vervolgonderwijs of een baan.
Een doorgaande reis
Ik zie in onze regio’s gelukkig veel méér voorbeelden van hoe wij onderwijs, zorg en ondersteuning nog beter met elkaar kunnen verweven, zodat we jongeren niet laten (uit)vallen maar juist perspectief bieden.
Inclusief onderwijs is geen eindpunt, maar een gezamenlijke reis die doorgaat. Onderweg hebben we lef en vertrouwen nodig om samen te werken aan een toekomst waarin iedere jongere een plek heeft. Elk initiatief, groot of klein, kan bijdragen aan een onderwijsomgeving waarin iedere jongere kan groeien. Elke mijlpaal is een stap. En elke stap die we vandaag zetten, bepaalt de toekomst van een kind morgen!
– Ruud van Hertum, regiodirecteur Oost Aloysius Stichting
Reageren? Mail naar communicatie@aloysiusstichting.nl
- Lees op deze website meer over de MaatwerkAlliantie en onze projectlocaties die in dit blog worden genoemd!