
Inclusie is een houding
(en die begint bij onszelf)
Iedereen hoort erbij. Daar zijn we het snel over eens. We willen scholen waar ieder kind zich welkom voelt, gezien wordt en zich kan ontwikkelen. Maar waarom leggen we in de praktijk nog zo vaak de nadruk op wat het kind moet veranderen? Of beter gezegd: op ‘het probleem’ in het kind? Onze systemen spreken soms een andere taal.
In toelatingsverklaringen of bij terugplaatsing van het gespecialiseerd onderwijs naar het regulier, zie je het regelmatig terug: een kind mag terug naar het regulier onderwijs als hij “bij zijn taak kan blijven”, “niet storend is voor andere leerlingen”, “niet door de les heen praat”, “geen fysiek gedrag meer laat zien”, “niet meer roept of schreeuwt in de klas” …
Wat zeggen we daarmee eigenlijk over onszelf? Onbedoeld leggen we de verantwoordelijkheid bij het kind, in plaats van bij het systeem waar we zelf onderdeel van zijn én dat we zelf creëren.
Wat als we de vraag omdraaien?
Deze manier van denken mist een wezenlijk perspectief. Wat als we de vraag omdraaien? Niet: wat moet het kind leren laten? Maar: wat hebben wij als school te leren bieden? Wat heeft de leerkracht nodig? Hoe kan de omgeving bijdragen aan veiligheid, voorspelbaarheid en steun, zodat het kind kán functioneren en ontwikkelen?
Gedrag ontstaat nooit in een vacuüm. Het is het resultaat van de voortdurende interactie tussen kind en omgeving. Wie inclusie serieus neemt en werkelijk vindt dat ieder kind erbij hoort, zal bereid moeten zijn om niet alleen naar het kind te kijken, maar ook naar de dynamische wisselwerking tussen het kind en diens omgeving. En die omgeving creëren wij zelf, elke dag opnieuw.
Precies dáár ligt onze kracht. Daar kunnen wij het verschil maken. Niet door grenzen te stellen aan wie mag meedoen, maar door ruimte te creëren voor diversiteit. Niet door het kind aan te passen, maar door ons onderwijs te versterken.
Reflectie op onze eigen praktijk
Dit vraagt reflectie op onze eigen praktijk: hoe kunnen we lessen anders inrichten? Hoe bouwen we aan een veilige, flexibele groepscultuur? Welke ondersteuning halen we erbij? Wat vraagt dit van onze houding en ons handelen als professionals? Hoe stellen we verwachtingen bij, steunen we elkaar als collega’s, en werken we sámen met het kind?
Inclusie vraagt geen perfect kind. Het vraagt een lerende, veerkrachtige, en uitnodigende leeromgeving. En daar hebben wij invloed op. Dáár begint inclusief onderwijs. Het kind hoeft niet passend te zijn. Ons onderwijs wel. En dat is ónze gezamenlijke opdracht. Elke dag opnieuw!
– Marjos Metsemakers, orthopedagoog en coördinator Widdonckschool Weert