
‘Als het nodig is: mag het dan een beetje speciaal voor mijn kind?’
‘Als het nodig is, mag het dan een beetje speciaal voor mijn kind?’ Het was een eenvoudige vraag van een moeder, tijdens een gesprek over inclusief onderwijs. De vraag bleef bij mij hangen. Omdat die zo ‘normaal’ klinkt. Natuurlijk wil je als ouder dat je kind de ondersteuning krijgt die nodig is.
Meedoen is belangrijk, maar zorg ook
Terug naar die moeder die ik sprak. Natuurlijk wil zij dat haar kind mee kan doen, zich kan ontwikkelen. Dat haar kind erbij hoort, een betekenisvol toekomstperspectief kan opbouwen. Daar heeft haar kind toch recht op?
Deze vraag lijkt in onze systeemwereld soms makkelijker te beantwoorden dan de vraag wat een kind nodig heeft. Die past bij termen als formulieren, afsprakenstelsels en indicaties. De menselijke behoeften van een kind, gezin en de professionals die met kinderen en gezinnen samenwerken, vragen om heel andere dingen. Om ruimte, tijd, nabijheid en vertrouwen. Om gewoonweg voor elkaar zorgen als dat nodig is.
Natuurlijk willen we allemaal dat kinderen thuis kunnen wonen en naar een ‘gewone’ school in hun eigen buurt kunnen gaan. Daar streven we al heel lang naar en daar worden ook mooie stappen in gezet. Maar gaandeweg merk ik wel dat daar iets ongezonds ingeslopen is: een toenemende druk op individuele diagnostiek, op behandelplannen en op het idee dat voor elke uitdaging een snelle oplossing is. We zijn van ‘zorgen voor elkaar’ gegaan naar: ‘op welk traject heeft dit kind recht en welke bewijslast en toegangsticket horen daarbij’?
Naar een nieuwe balans!
Als samenleving staan we voor de opdracht om te bepalen waar we willen staan. Als onderwijs, jeugdhulp en ‘samenleving’ kunnen wij draagkracht tonen om kinderen en jongeren de veerkracht te helpen ontwikkelen die nodig is om weerbaar te zijn en tegenslagen in het leven aan te kunnen. Die zijn heel normaal en horen erbij. Maar als het tijdelijk of langer nodig is, moeten collectieve zorg en gespecialiseerd onderwijs er ook zijn, zónder drempels voor toegankelijkheid. Ook dát is heel normaal.
We hoeven niet te kiezen voor een harde scheiding tussen regulier en gespecialiseerd, tussen recht hebben op en zorgen voor, tussen individueel en collectief. De oplossing ligt in de juiste balans. In een samenleving waarin we elkaar vast blijven houden, zonder dat we steeds moeten bewijzen dat hulp gerechtvaardigd is.
Dus zou ik tegen die moeder die vroeg om ‘een beetje speciaal’ zeggen: Ja. Natuurlijk mag het een beetje speciaal als dat nodig is. Want dat is wat samenleven betekent.
– Johan van Triest
Reageren? Mail naar communicatie@aloysiusstichting.nl